70
HET GESCHIL OVER HET COMMANDO, ENZ.,
lakeien van den Prins en de oud luitenant ter zee
Sloot onderscheiddende laatste, een hevige oranje
klant, die er zich op beroemde, dat hij een paar dagen
te voren aan een officier van het exercitie-genootschap
te Wijk-bij-Duurstede, in het openbaar een slag in
het aangezicht had gegeven. Maar toen de parade
was afgeloopen en de clubisten het Plein overstaken,,
om zich naar de Lange Poten te begeven, bleef het
niet bij enkele spotternijen. Opeens weerklonk van
alle zijden uit den mond der talrijke straatjongens de
scheldnaam, dien zij voor de clubisten hadden uitge
dacht, en het geroep van „weegtdaar zijn de
iveegloverstemde elk ander gerucht. Tegelijk
drongen de jongens, al ras door volwassenen gevolgd,
tegen de clubisten aan, zoodat deze, behalve de pro
cureur Hartevelt, die zich in stilte uit de voeten
maakte, niet beter wisten te doen, dan hun toevlucht
te zoeken op den hoogen stoep van een borstelwinkel,
zijnde het eerste huis van de Poten, naast het loge
ment der afgevaardigden van Rotterdam. Van daar
trachtte Hartevelt. die zeker meende dat zijn uniform
eenigen indruk zoude maken.het volk toe te spreken, maar
zijne welsprekendheid verloor alle uitwerking door de on
stuimigheid van Martens, die zijn degen trok, en daarmede
zoo woest en onhandig begon rond te zwaaien, dat hij voor
vriend en vijand beiden gevaarlijk werd. Waarschijnlijk
had hij nog ongelukken begaan, zoo niet de luitenant
Sloot ware toegesprongenom hem zijn wapen te
ontrukken. Er ontstond nu een worsteling, waarbij de
clubisten hun verheven standpunt verlieten, en waar
onder van weerskanten menige stokslag werd uit
gedeeld, maar die toch spoedig daarmede eindigde, dat
de leden der exercitie-genootschappen, hoewel steeds