71 HET GESCHIL OVER HET COMMANDO, ENZ., geduwd en gedrongen hun weg weder konden vervolgen, terwijl Martens zijn degen had weten te behouden. Maar dat wapen werd in de Spuistraat, nabij de woning van den bekenden boekverkooper Grosse wederom de aanleiding tot eene nieuwe schermutseling. Een zekere Pino, een spekslagers-jongen uit het Wijd Achterom, wist tusschen het volk door te sluipen, en greep on verhoeds den degen vast, dien Martens nu als een wandelstok gebruikte. Martens verloor den degen een oogenblik, maar wist de punt weder te vatten, en bij de worsteling die nu tusschen hem en Pino ontstond, brak het wapen in twee stukken, die later op straat terug gevonden en aan den Procureur-Generaal bij den Hove gebracht werden. De wandelaars, die aldus opnieuw een bewijs van de slechte gezindheid der burgers ontvangen hadden, achtten het thans geraden, om de woning van een hunner vrienden, den schilder van Weemen op den hoek der Veenestraat in te gaan, en het volk, dat hen ge volgd had, schijnt zich daarna al zeer spoedig te hebben verspreid, want toen kort daarop de Drossaart van den Hove van Holland, die bericht van de wanordelijkheden gekregen had, met eenige dienaars bij van Weemen verscheen, om de clubisten onder veilig geleide, den een naar zijne woning, den ander buiten de stad te begeleiden, wenschten de heeren volstrekt niet van dat aanbod gebruik te maken, maar verlangden integen deel zich te begeven naar de herberg van Everse, nabij de Vischmarkt, waar de leden van het haagsche exercitie-genootschap gewoon waren, van hunne wapen oefeningen te komen uitrusten. De drossaart had tegen dat verzoek geen bezwaar en weldra zaten de vrienden rustig bij Everse bijeen, toen zij gestoord werden door

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 191