78 HET GESCHIL OVER HET COMMANDO, ENZ., In de vergadering der Staten van Holland van Don derdag 8 September, droegen de afgevaardigden van Haarlem fles enfants per dus du parti, zooals ten Hove lien in een brief aan van Goens noemde) voordat zij met leedwezen en verontwaardiging vernomen hadden de geweldadige afloop en verregaande samenrottingen, die er den vorigen Zondag in Den Haag bij herhaling hadden plaats gehad, en zij stelden mitsdien voor, dat de staten zouden besluiten dat alle samenscholing en geweld aan den lijve zouden worden gestraft, dat gecom mitteerde Raden een nauwgezet onderzoek zouden in stellen, en hangend de deliberatie der Staten zouden worden gemachtigd, om van tijd tot tijd, patrouilles door Den Haag te laten gaan, om elke rustverstoring te beletten. De Staten, na de heeren van Haarlem voor hun ijver en attentie bedankt te hebben, besloten overeenkomstig hun voorstel, doch met aanteekening der Ridderschap en Edelen, dat zij zich met het laatste punt, betreffende de patrouilles niet vereenigden. Daarin lag dan ook de kern van het besluit; want in den toestand van kalmte, waarin den Haag verkeerde, waren buitengewone maatregelen tot handhaving der orde niet noodig. maar door Gecommitteerde Raden te machtigen, om patrouilles door de stad te doen trekken, door hun dus eenrechtstreeksch gezag voor het krijgsvolk te geven, werd het commando over het garnizoen, dat steeds door den Stadhouder Kapitein-Generaal was gevoerd, met een pennestreek feitelijk aan hem ontnomen, en aan genoemd college opgedragen. Gecommitteerde Raden ontboden terstond den kapitein commandant der hoofdwacht 1) en vernamen van hem, De Hoofdwacht bevond zich op het Binnenhof, onmiddellijk naast de Stadhouderspoort aan de Zuidzijde. De Ruiterwacht

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 198