81
HET GESCHIL OVER HET COMMANDO, ENZ.,
Ook nu j
December richtte hij tot de Staten, eene lange memorie
die met al de op deze zaak betrekking hebbende stukken
aan de Ridderschap en de stemmende steden werd
medegedeeld, ten einde op eene latere bijeenkomst een
besluit te nemen. Dit geschiedde eerst op 17 Julij 1786,
toen met eene meerderheid van slechts ééne stem het
volgende besluit werd genomenIs goedgevonden en
verstaan op de gronden, bij het voorzegd rapport
(van 5 November 1785) gelegd, de H. H. Gecom
mitteerde Raaden bij deze te gelasten zich voortaan
nopens het garnizoen van den Haag stiptelijk te ge
dragen naar den inhoud van H. E. G. M. Resolutie
van 4 en 5 Maart 1672, ]j met relatie tot al de poinc-
ten daarin vervat. En zal extract bij missive worden
gezonden aan Z. H. tot deszelfs informatie. Vóór dit
besluit stemden Dordrecht, Haarlem, Leijden, Gouda,
Gorinchem, Schiedam, Schoonhoven, Alkmaar, Monni
kendam en Purmerend tegen stemdende Ridderschap,
Delft, Amsterdam. Rotterdam. Brielle, Hoorn, Bult
huizen, Edam en Medemblik.
Wel schreef de Prins nogmaals aan de Staten om
zijne verontwaardiging lucht te geven, dat met zoo
Hierbij was bepaald, dat de troepen, uitmakerido het ga r
nizoen van den Haag onder niemanils hevel zouden staan, dan
onder dat der Staten van Holland ol' hunne geeomin. Raden.
6
vreemden vorst in deze aangelegenheid van binnen-
landsch bestuur: zij oordeelden, dat het geschil nu was
geworden eene zaak van de uiterste delicatesse, en
besloten den 5 November na lange beraadslagingen,
om den koning in de meest beleefde bewoordingen te
antwoorden, dat zij het door hen ingenomen standpunt
bleven handhaven.
nog hield de Prins zich niet geslagen. In