84
h. Prov. Bestuur.)
R.
den Haag verliet, om beurtelings te Nijmegen en op het
Loo zijn verblijf' te houdentotdat de komst der Prui
sische legermacht, hem in het volgend jaar gelegenheid
gaf, om in Holland terug te komen.
's-Gravenhage.
EEN ENGELSCHMAN, EEREBURGER VAN
’S-GRAVENHAGE EN ROTTERDAM.
16 Febr. 1814 „op de voordragt van den President
Burgemeester, ter vergadering gedaan, om aan den Heer
Charles Grant, welke op den 24e November 1813. de
heugchelijke en hoogstbelangrijke tijding uit Londen had
overgebragt, dat het Engelsche gouvernement bereid was
om onze pogingen tot redding en verlossing des vader
lands op het kragtdadigst met Troupen en Krijgsammu-
nutiën te ondersteunen, benevens den last van Z. K. H.
den Heere Prince van Orange en Nassau (destijds te
Londen zijnde) om Nederland des zelvs aanstaande over
komst aan te kondigen. En wijders door den Heer Pre
sident voorn gecommuniceert zijnde het voornemen van
den Burgemeester der Stad Rotterdam, om gemHeer
Charles GrantBurger van het grootmagtig Engelsch
Koninkrijk, welke een overganglijk recht heeft verwor
ven op de erkentelijkheid der Ingezetenen aldaar, en
hem dus het Burgerregt dier stad aan te bieden, is, na
voorgaande deliberaties goedgevonden om gemHeer
Charles Grant als een hulde van erkentelijkheid mede
aan te bieden het Burgerregt deser Hofplaatsen
voorts gemeenschappelijk met de stad Rotterdam, in
één diploma, het burgerrecht der beide steden in een
gouden doos te vereeren.
(Korte Notulen
HET GESCHIL OVER HET COMMANDO, ENZ.,