'15 feï
MR
-
DE STADHOUDER i’REDERIK HENDRIK DRINKT
VLOEIBAAR GOUD.
Nog altijd worden er beschuldigingen uitgebracht
tegen Spinoza, o. a. dat hij zou getracht hebben goud te
maken en als bewijs wordt aangehaald de brief' aan
„Myn Heer G. H. Schuller Der Medecijnen Doctor te
Amsterdam,” geschreven uit Den Haag den 18 Novem
ber 1675.
Schuller, ten volle overtuigd goud vervaardigd te
hebben, had aan Spinoza omstandig bericht hoe hij dit
verkreeg. Deze antwoordt hem: „Nam quo magis rem
ipsam cogito, mihi magis persuadeo, te non aurum
confesisse, sed parvum quod in Antimonio latebat
separavisse.” Hieruit blijkt daghelder, dat, voorzooveel
hij er van afweet, de doctor geen goud heeft ge
maakt, maar ten volle overtuigd is, dat het weinigje