BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DEN MOORD
DER GEBROEDERS DE WITT.
In ’t begin van 1893 zagen eenige zeer onderhoudend
geschreven en belangrijke Studiën en schetsen op het
gebied van de Geschiedenis en de Letterkunde van
Nederland van den Conservator der Handschriften aid
Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage J. Tideman
het licht.
Onder deze zeer lezenswaardige opstellen trok een
verhandeling over Johan de Witt en Lodewijk XIV
mijn speciale aandacht en geven de aan het slot ver
melde aanieekeningen (blz. 87, 2e al.) mij aanleiding
nog eenige bijzonderheden te vermelden aangaande den
moord der gebroeders De Witt, welke bijzonderheden
wellicht voor menigen belangstellende in ’s lands historie
onbekend zijn.
1) De volgende bijzonderheid is ontleend aan een origineel
handschrift van I. OudaanRotterdamsze en Haaghse Daghaan-
teekeningen van 16631691.
In weerwil der ijverigste nasporingen is liet mij niet gelukt
Oudaans handschrift te ontdekken.