112 L. WICKERS. GOEDKOOP VLEESCH. R. Dit narree gehoort den 16 Octob 1674 binnen Voorbürgh. J) 1714 „voor haer in de hal geweest ende gekocht 61/4 U’ rundervleijs.” 1—114. BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DEN MOORD, ENZ. Dit narree schijnt aan lï'ar/cnaflr bekend te zijn geweest, want enkele gedeelten er van komen overeen met hetgeen deze geschiedschrijver in liet 14e deel zijner Vaderl. Gesch. mededeelt omtrent den moord der De Witten. blaeuwe vaendel de Heeren Tromp en Kievit, leggende uit ’t Heeren Logement op de Vijver-berh, als wanneer de Burgeren riepen, laugh leeff de Prins, leeve Tromp, waer op sij Heeren haren hoofden keerden. Treckende voorbij ’t buys van den Raedsheer van der Graeff riepen eenige uyt de Compagnie aen de Moeder van den onthoofden van der Graeff, wij hebben de doot uwes Soons gewroken, sij hangen al op, die de oorsaeck daer van sijn Treckende voorbij ’t huys van Prins Maurits naer de Pooten, so was even voor haer (soo sij seyden) gesien den Rotterdamse Burger meester van der Aa, die als een blixem verdween, soude anders op de eygen manier als de Witten ge- tracteert sijn geweest.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 234