1 20 DE DOOD VAN KONING BODEWIJK NAPOLEON’S OUDSTEN ZOON. Hurau’s Dagboek. Gemeente-archief. 2) H. J. Gaan. Funéraille's du Feu Roi Loüis-Napoléon Bo naparte et de son fils ainé Napoléon Louis. La Haye, 1847. van den 8sten Mei gaf over dit onverwachte afsterven, liet volgende bulletin uit „De hoop, welke men volgens het laatste bulletin, „in onze courant van gisteren avond gevonden wor dende, op de herstelling van Z. K. H. Prins Napoleon „Karei, oudste zoon des Konings, had opgevat, is zeer „kortstondig geweest. Reeds kort na den middag van „den 5den dezer, begon de ziekte al den schijn van „een ongunstige wending te krijgen en ’s avonds „om tien uur was de geliefde Prins niet meer. Hij „had den ouderdom van vier jaar en nog geen zeven „maanden bereikt. De droef heid, waarin de Koninklijke „Ouders gedompeld zijn, is onbeschrijfelijk groot, ter- „wijl ook de algemeene deelneming in het afsterven „van dien belangrijken en veelbelovenden Prins, zich „allerhartelijkst heeft aan den dag gelegd.” Inmiddels werd het lijkje van den jongen Prins ge balsemd en nadat het gekist was in de Troonzaal op het Binnenhof geplaatst. Daar bleef het tot den 2en Juni, waarop het stoffelijk overschot in een koets met zes paarden bespannen naar Frankrijk werd vervoerd. r) Het werd toen bijgezet in de kapel van het kasteel St. Leu, waar ook het stoffelijk overschot rustte van den vader der Bonapartes, die in 1785 te Montpellier was overleden. Toen nu in 1814 het kasteel overging aan de Condés moesten de lijken worden overgebracht naar de kerk der gemeente, aangezien de kapel eerlang zou worden gesloopt. 2)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 245