EENIGE BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DE B.-K. PAROCHIE. 127 vooral als wij letten op de personen, door wie hem dien titel gegeven wordt Twee dingen staan vast: Codde was waarlijk Bisschap-, Codde oefende liet gees telijk oppergezag uit in deze landen, waarvan Utrecht eeuwenlang de bisschoppelijke zetel en in de laatste jaren voor de Hervorming de hoofdzetel was geweest. Wat lag er dus bij eenen oppervlakkige!! oogslag meer voor de hand, dan hem Bisschap van Utrecht te noe men Het is zeer wel mogelijk, dat de stedelijke regee- ring, die geheel uit Protestanten bestond, den eigen lijken titel van Mgr. Codde niet eens gekend heeft. Zij had die kennis ten minste volstrekt niet noodig die titel had op de onderlinge verhouding tusschen het geestelijk en het wereldlijk bestuur dezer landen geen den minsten invloed. Het was voor de burgerlijke overheid genoeg, te weten, dat Codde het geestelijk oppergezag uitoefende over hare katholieke onder danen maar of hij als zoodanigBisschep van Utrecht, of wel, gelijk zijn voorgangers, Bisschop van Philippis, van Epheze, enz., of zooals nu, Bisschop van Sebaste heette, deed aan de zaak niets af, en moet dus der Protestantsche regeering al vrij onverschillig zijn geweest. Zelfs voor de gewone katholieken, voor de groote menigte, was dit een zaak van weinig be- teekenis. Ook voor hen was de hoofdzaak, het eenige wat hun aanging, dat Mgr. Codde hier, onder welken naam dan ook, het hoogste kerkgezag vertegenwoor digde, ten hunnen behoeve de bisschoppelijke functiën verrichtte, 't Is waar, zij zullen bij verschillende ker kelijke gelegenheden zijn waren titel meermalen gehoord en dus geweten hebbenmaar met dat al bleef die voor hen een ledige klank, die hun onbegrijpelijk, zelfs in tegenspraak moest schijnen met het territorium

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 252