128 BENIGE BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DE R.-K. PAROCHIE. de oppositiepartij, als nog veel later, eerst zijner actueele werkzaamheid. Voor hun begrip was Codde niets anders dan hun bisschop, de bisschop van Nederlands katholieken, die met dat verre Sebaste en feitelijk was dit waar niets had uittestaan. Zoo is het niet onwaarschijnlijk, dat het gewone spraakge bruik der katholieken aan Codde en zijne voorgangers, in weerwil van hunne uitheemsche titels, niet zelden den naam van Bisschop van Utrecht heeft gegeven en de stedelijke regeering dien naam daarvan heeft ge hoord en overgenomen. Wij laten intusschen deze ver klaring voor hetgeen zij is, en geven haar gaarne prijs voor een betere. Dat deze benaming het Stadsbestuur van Jansenis tisch en kant zou zijn toegekomen, is hier niet wel te denken. Dit zou mogelijk zijn geweest, als het docu ment van eenigszins jonger datum was. De Jansenisten beweerden, dat er nog altoos een wettig kapittel van Utrecht bestond; dat alzoo het bisdom van Utrecht nooit was te niet gegaan, ja zelfs, dat al de Aposto lische Vicarissen eigenlijk Bisschop van Utrecht ge weest waren. Daarin zochten zij steun voor hun verzet tegen Rome. Maar dat verzet brak eerst uit in 1702, toen Codde in zijne waardigheid werd geschorst: eerst toen vormde zich de openlijke oppositiepartij tegen het gezag van Rome en tegen het bestuur van den Provicaris, Theodoras de Koek. Vóór dien tijd moge er wrijving en spanning bestaan hebben, tot eigenlijke scheuring was het nog niet gekomen. Het bestaan van een wettig’ Utrechtsch kapittel is dan ook eerst in 1702 door Van Erckel, een der aanvoerders van verweermiddel opgeworpen, en in 1724, bracht men het zoover, alle Vicarissen Bis-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 253