DE WAPENBORDEN DER VLIESRIDDERS IN DE GROOTE KERK. 147
maal de Orde te Brussel bijeenkomen, dat reeds vroeger
in de St.-Gudule had plaats gehad. In de meening, dat
men andermaal in de kerk der heilige Goedela zou verga
deren, had men de oude wapenborden opgeruimd, om
er de nieuwe voor in de plaats te stellen. Met den
meesten spoed werd gelast die blazoenen weder op te
hangen, en een ander heiligdom aan te wijzen, om
het nieuwe Kapittel te ontvangen, waarin de schilden
der Broeders werden tentoongesteld, die op dat oogen-
blik nog in de Orde warende dooden, die nog niet
vervangen waren, daaronder begrepen. Dat waren ge-
denkteekenen ten eeuwigen dage, met eene enkele
uitzondering. Tot oneer voor onwaardige leden, die
vervallen verklaard waren, werd een wapenbord, als
een zelden voorkomende gebeurtenis, weggenomen en
de overblijvende opgeschoven. Het werd ook weleens
vervangen door een zwart bord, dat een verdiend, maar
schandeaanbrengend opschrift droeg, en een even zeld
zaam voorbeeld is bekend, dat het bord ’t onderste
boven aan de hoofddeur der kerk bevestigd werd.
Behalve bij de lijkdiensten, droegen de Leden kar-
mozijnroode fluweelen mantels, met het collier der Orde,
ook op den weg tusschen hun woonverblijf'en de plaats
der bijeenkomst. Die mantels waren door vroegere
Ordebroederen gedragen en bij hun dood aan den Kan
selier teruggezonden en door dezen verkocht aan den
genen, die de opengevallen plaats ingenomen had. Uit
deze opbrengsten en kleine bijdragen of boeten, werden
tapijten aangeschaft, die de wanden der vergaderzaal
versierden. Eén daarvan was bestikt met het tafereel
van Gideon, den Bijbelschen held, en het wonderwerk
van het wollen vlies. De Grootmeester begunstigde