1 50 DE WAPENBORDEN DER VLIESRIDDERS IN DE GROOTE KERK. lieel gewoon dergenen gouden of zilveren schaal” opgehaald, bekend gemaakt, waarop de benoeming waren met of zonder toeval de De wijze dezer benoeming komt ons voor. Op een stembiljet werden de namen geschreven, die leden of hun gemachtigden kozen, doch niet meer dan het aantal vacaturendie stemmen wer den in eene voorgelezen en volgde. Veelal gekozenen in de stad, waar het kapittel vergaderde, en konden dan onmiddellijk beëedigd en geïnstalleerd wor den. Verre-af wonenden kregen het bericht met de teekenen en statuten der orde; in twijfelachtige geval len werd vooraf gevraagd of zij de onderscheiding zouden aanvaarden. Gelijk gezegd is, konden zij een mantel koopen, want het was den ambtenaar, die de Om nog even tot de nieuwe ridders uit het Haag- sche kapittel terug te keeren, na gemeld te hebben, hoe de Hertog van Coimbra tot deze onderscheiding geraakte, zij hier opgeteekend, dat de drie anderen waren Jan van Bourgondië, Antonie bastaard van Bourgondië, en Adolf van Kleef. Het is bijna onnoodig te zeggen, dat zij, met minder of meer eerlijkheid tot de Hertogelijke familie behoorden. woorden A u 11 r e n’a u r a y. De beteekenis blijkt ten volle uit art. 2 der statuten: „Niemand tenzij kei zers, koningen en hertogen, nemen eenige andere orde aan”; terwijl later is opgenomen in de bijvoegselen, dat het Hoofd eener orde deze dragen mag met het Gulden Vlies. Zelfs de Koning van Portugal maakte deze bepaling goed, dat hij op den dag vóór Sint-An- dries en op dien dag zelf, de Vliesorde zou dragen overeenkomstig met de voorschriften.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 275