169 DE HAAGSCITE SCHILDERIJENMUSEA. een der beste portretten van den vader beschreven. (Rem brandt p. 44). Le modelé trés franc(zoo heet het aan 'teind der beschrijving), trés habile, est indiqué dans mie paté assez abondante, maniée avec beaucoup de délicatesse dans le sens de la forme: la fourrure fauve, la barbe et les moustaches grises sont traitées avec esprit et le ton gris neutre des ombres fait merveilleusement ressortir l’éclat des lumières. De onbekende schilder, wiens landschap zooeven ter loops vermeld werd, behoort tot de nationale richting, die zich te Haarlem het eerst en veelzijdigs! ontwikkel de. Men heeft na eerst den weidschen naam van Hobbema, dien het stuk in den kunsthandel droeg, op zij gezet te hebben, dien van Cornelis Vroom, een der voorloopers van Jacob Ruysdael voorgeslagen, doch met diens weinige gemerkte landschappen komt het evenmin volkomen over een als niet die der andere bekende meestersCorn. Decker, de beide Romboutsen, de van Vries en hoe zij verder heeten mogen. Niettegenstaande de onmis kenbare gelijkenis met deze meesters is het toch een geheel eigenaardige kunstenaar van omstreeks 1650, die hier een Hollandsch kanaallandschap met enkele visschers in een boot en enkele huizen tusschen boom groepen op ’t paneel gebracht heeft. Het meest komt zijne individualiteit uit in de behandeling van den boom- slag rechts op den voorgrond. Na eerst de stammen en takken geteekend te hebben, vulde hij de tusschen- ruimten met gebladerte aan, doch zoo dat dit op de meeste plaatsen niet geheel tot aan den stam en het dak van ’t huis komt en er een smalle witte rand tusschen beiden overblijft. Dit geeft er wel iets ge maakts aan,doch aan de andere zijde ook weer iets luchtigs en het is te verwachen, dat men met behulp dezer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1894 | | pagina 294