„Is
„bij
186
EEN STADHOUDEE-KOXINKMIKE RECOMMANDATIE.
(niet ingevuld.)
den Heer Burgemr. Dedel
sender dat hij soude
van sijne majts. recom-
gvnvutii, maar in het toecomende
enige andere posterijen, van meij-
11i van deselve, sigh van
„te geveen, Uwe Mayt. verseekerende, dat wij altoos
„de beveelen van Uwe Mayt. met alle schuldigh
„respect sullen gehoorsamen en alsoo thoonen te zijn
„Aller doorlughtigste Grootmachtigste!! Coningh.”
„Uwe MayU Aller onderdaenigste en gehoor-
„saemste dienaeren Schout en Burgemeesters van
„’s-Gravenhage.
„Ter ordonnantie van selve.
Haeghe den 20 Juny 1696.
Tusschen 20 Juni 1696 en 23 Januari 1697 vinden
wij niets meer van deze zaak in de resolutiën vermeld,
evenmin als een antwoord van Z. M. op den brief van
den magistraal Zeker echter is het dat Burgemeesteren
hun best deden om Mellin zooveel mogelijk te bevre
digen, hetgeen blijkt uit de Resolutiën van 23 Jan.
1697 fo. 170:
geproponeert, dat een geruijmen tijd geleden,
missive van Sijne Con. Majt. van Groot-Brit-
„tannien, was gerecommandeert Louis Melm tot de
„eerste vacerende posterije staande ter dispositie
„van lleeren Burgemm dezer stede; en dat deselve
„Melin wel genegen was bij provisie sigh te eon-
.tenteren met de posterijen door overlijden van wijlen
„Pieter de Brouwer (impostregister van begr. 17 Sept.
„1796, 1 kl. 30) in de maand September lestleden
„in de Tourbeurte van
„sijnde geconien te vaceren
„willen erkennen het effect
„mandatie te hebben genoten,
„bij vacature van
„ninge was, tot besolliciteren