195
IETS TER AANVULLING.
de mededeeling daarvan onzen lezers welkom zal wezen.
Vooreerst achten wij ons verplicht, excuus te vragen
aan Pastoor Willemsz., wijl wij hem in 1892 zoo ge
heel en al over het hoofd hebben gezien, hoewel hij
toch in Oiidh. en Gest. van Delft en Defland, bldz.
375, zich openlijk genoeg presenteerde. Wij zullen
deze wel niet opzettelijke, maar toch wat nonchalante
onbeleefdheid zooveel mogelijk trachten goed te maken
door hem nu op te nemen en hem zijne plaats aan
te wijzen. Pastoor Willemsz. heeft in genoemd werk
het jaartal 1529 bij zich en komt alzoo te staan tus-
schen Johan van Duivenoorde (1524) en Huybrecht
Byl (1542.) Vgl. Haagsch Jaarboekje 1892, bldz. 27.
Later is voor den dag gekomen Pastoor Jan Stevensz.,
die geplaatst moet worden tusschen Paulus Gerritsz.
van Heusden (1476) en Jan Huygensz. (1497 Ineen
oud fundatieboek van de St. Jacobs-parochie, hetzelfde
waarvan in het Haagsch Jaarboekje 1892, bldz. 12,
Verslag, melding wordt gemaakt, staat het volgende
Jan Butterman en zijn wijf gaven XL holl. aan
de memoriemeester, bij handen van W. Stael, priester
en cappelaen in presentien van heer Jan Stevensz.,
pastoir. Het daarbij gevoegde jaartal is 1483.
Van Pastoor Jan Harmensz. (1556) behelst hetzelfde
fundatieboek nog deze aanteekening
Item men sal houden in dese maent Augs. memorie
met 3 kaarsen op hoichchoir over heer Jan Harmanszn
v. Breda, pastoor van den Haech was enz. hij starf
den VI Augusti 1557.
Wat er van Pastoor Byl gemeld wordt, geeft eenige
moeilijkheid; er staat:
Men zal hier houden memorie over heer Hubreclit
Jansz. Byl, past. v. d. Haghe was XXXVII jaar lang