2
do voorraad strekt, tegen een door het bestuur
Donateurs en donatrices zijn zij, die jaarlijks eene som van
meer dan vijf' gulden, of het vijfvoud daarvan in eens, aan de
vereeniging schenken.
De werkende en buitengewone leden betalen eene contributie
van vijf gulden ’sjaars, te betalen in het begin van het jaar.
Art. 4. Het bestuur bestaat uit zes leden, uit de werkende
leden te kiezen, bij meerderheid van stemmen.
Het kiest uit zijn midden een voorzitter, een penningmeester
en een secretaris.
Voor de eerste maal bestaat liet bestuur uit de zes oprichters.
Art. 5. De leden van het bestuur worden gekozen voor den
tijd van zes jaren.
Om de drie jaren treedt de helft der bestuursleden af, volgens
rooster.
Kik lid is terstond herkiesbaar.
De eerste aftreding van bestuursleden heeft plaats in 1894.
Art. 6. Het bestuur vergadert zoo dikwijls als zulks noodig
zal zijn.
Behalve de noodzakelijke uitgaven, en die welke tot dekking
der kosten voor het uitgeven der geschriften der vereeniging
dienen, is het bestuur bevoegd, handschriften of documenten aan te
koopen, die voor het doel der vereeniging nuttig kunnen zijn.
Art. 7. De geschriften der werkende leden, voor zoover zij
daartoe geschikt zijn, dit ter beoordeeling van het bestuur,
zullen voorloopig geplaatst worden in het llaagsch Jaarboekje,
wanneer dit tot orgaan van de vereeniging is aangenomen.
Art. 8. Behalve het archief der vereeniging en zaken die
daartoe minder geschikt zijn, zullen voorwerpen door aankoop
of geschenk verkregen, in bruikleen afgestaan worden aan het
Gemeente-museum van s-Gravenhage.
Art. 9. De in Art. 3 opgenoemde personen krijgen ieder een
exemplaar van de door de vereeniging uitgegeven werken van
het tijdstip af van hun lidmaatschap.
De voor dien tijd uitgegeven werken zijn voor hen verkrijg
baar, voor zoover de voorraad strekt, tegen een door het bestuur
te bepalen prijs.
Art. 10. Jaarlijks zullen minstens vier vergaderingen van de
werkende leden gehouden worden, waartoe ook de eere- en
correspondeerende leden worden uitgenoodigd. Op de leesverga-
deringen hebben de in Art. 3 genoemde personen toegang.