8
De heer Zwart verzocht eenige inlichtingen omtrent Johanna,
dochter van graaf Aelbreeht van Beijeren en Holland, die ver
moedelijk eerst gehuwd was met Wenseslaus van Bohenien en
daarna met een aarts-hertog van Oostenrijk.
Deze rede werd door den geachten spreker, met aantekeningen
voorzien, in sierlijken band gebonden, aan de vereeniging ten geschenke
gegeven. (Zie verslag over de Bibliotheek.)
-) In druk verschenen in den Nieuwen Huisvriend in het December-
nommer van den 13en Jaargang.
Op 23 November werd eene lees-vergadering gehouden met
Dames, waarop de heer Louwerse eene lezing hield over Den
Haag, bekeken door den bril van een geimporteerden Hagenaar,
en op een boeiende wijze de indrukken besprak van een vreem
deling uit een kleine plaats, die voor het eerst de Residentie
bezoekt: ook werden nog een drietal door hem vervaardigde
gedichten voorgedragen. -)
Op de vergadering van werkende leden op '14 December werden
onder anderen door den heer Huygens eenige bijzonderheden
medegedeeld over verschillende leden van het uit Antwerpen
afkomstige geslacht van Constantijn Huygens, terwijl tevens
eenige afbeeldingen van het huis, dat Constantijn had laten
bouwen, waren tentoongesteld.
De heer Beelaerts van Blokland wenschte, eenige inlichtingen
omtrent Geertruit Beelaerts en Geertruyt van Rotterdam, de
zangmeesteres, van wie een grafzerk, die tot stoep diende van
een koepeltje in den tuin van het huis van Huygens, gevonden
was; doch niemand kon hierover eenige inlichtingen verschaffen.
Tevens werd het wenschelijk geacht om in het huis in de Hout
straat, waar Huygens gewoond heeft, tijdens den bouw van zijn
groot huis op "het Plein, ter zijner herinnering een steen met
een opschrift te plaatsen.
Daar het evenwel niet bekend is in welk huis hij toen woonde,
zal er onderzoek gedaan worden welk huis hier bedoeld wordt.
Daarna hield de voorzitter een voordracht over De zooge
naamde koordedansers politiek uit de 18e eeuw, als een staal van
den dikwerf geestigen inhoud der talrijke, satyrieke pamfletten, wel
ke op het einde der vorige eeuw zijn verschenen 2), en deelde verder
nog eenige bijzonderheden mede, betrekking hebbende op de over
brenging naar Amsterdam der oude vaandels en trommen, die
op de Groote zaal op het Binnenhof hingen, ingevolge een be
sluit van Koning Lodewijk Napoleon in het jaar 1806.