19
Catalogus der Voorwerpen, beschreven onder nommer 454, waar
van door hem photographische afbeeldingen medegebracht zijn.
Volgens overlevering zouden het moeten voorstellen Koning
Willem I en diens Gemalin, dat evenwel niet kan zijn, daar
de mannelijke buste versierd is met het officierskruis der orde
van de Unie.
Volgens inlichtingen, ingewonnen bij Baron Snouckaert van
Schauburg zijn officieren dier orde geweest de heeren Appeli us,
Goldberg, Hodshon, Hope, Hop, van Hugenpoth, van Lamsweerde,
Meerman, Reuvens, Six, van Velde van Melroy, Verheijen, de Vos
van Steenwijck, Voute en van Wickevoort Crommelin, zoodat
de mannelijke buste vermoedelijk een dezer heeren zoude voor
stellen.
In eene rekening op het oud-archief alhier is gevonden, dat
in 1742 drie gulden is betaald voor afbeeldingen van huzaren.
Hiermede zullen volgens den heer ten Raa bedoeld zijn huzaren
van Franqipani. In het 2e keurboek is door den voorzitter
gevonden, dat er verteld was en zelfs liedjes gezongen wer
den, dat de resident van Zweden, de heer Spiering, boter zoude
gezonden hebben naar Duinkerken, wat volgens admiraal Tromp
laster was, zoodat de Magistraat een belooning uitloofde van 500
gulden, voor diegene, die den uitstrooier van die lasterpraatjes
zoude aanwijzen. Om deze zaak zoo mogelijk tot klaarheid te
brengen, voegen we bet stuk in extenso hierbij.
2o. Keurboek, bl. 3. Recto 16411666. Gepubliceert denXXIIIJen
October 1641. «Alsoo onder de gemeente uytgestroeyt wordt,
oock Liedekens worden gesongen, medebrengende dat de Heere
Spiering van wegende Croon Sweede hier residerende een wer-
ckelijcke quantiteyt booter uyt dese Landen naar Duynkercke
sonde gesonden hebben Ende dat de Schepen deselve booter
innehebbende bij des Lands Oorloch schepen hier soudeinnege-
braclit sijn, waerop de Admirael Tromp gehoirt sijnde verclaert
heeft in tminste daer niet aen te wesen, ende dat den Heere
Resident met soodanige geruchten uyttestroeyen, wesende vilaine
calumnien, groot ongelijck geschiet, Dat het mede gebeurt is dat
eenige ongeregeltheden ende noch gisteren avont aen den ge-
melte Heere Residentscarosse tusschen het Leproosen ende Val-
brugge aldaer syn gepleecht, tegen t respect twelck men syner
Ed. schuldich es, Soo doet men op t begeren van de Staten
Generael, ende oock van de Heeren Staten van Hollandt allen
ende eenen jegel. doet weten dat soo wie ymanden die oorsaeeke
van soodanige onwarachtige uytgestroyde geruchten, mach wesen,