6
CORNELIS CORNELISZ. JOL, ENZ.
keld, dan menigeen, die op verschillend gebied door
groote drukte, in onze reclameachtige eeuw, de aandacht
op zich vestigt
Eenig recht van spreken over zijn karakter en geestes
gaven heb ik zeker wèl, want onze wederzijdsche vriend
schap is van zeer ouden datum en als men van oude
vrienden spreekt, kunnen wij daar zonder twijfel wel
onder worden gerekend. Onze kennismaking begon in
het jaar 1848, toen ik nog maar ruim dertien jaren
oud was en het voorrecht kreeg tot 1851 onafgebroken
onderwijs van hem te ontvangen. Mijn vader, predikant
te Gouda, en als beroepen predikant te Leiden over
leden, had ik reeds op tweejarigen leeftijd verloren
en tot overmaat van ramp was mijne gezondheid van
mijne vroegste jeugd af zóó zwak, dat ik mij van alle
sterke inspanning onthouden moest. Om die reden nam
mijne Moeder, na eenige vruchtelooze proeven met het
gewone schoolonderwijs, haar toevlucht tot een maat
regel, welke in die dagen meermalen werd genomen,
namelijk tot het zoeken naar een inwonenden huis
onderwijzer, en als zoodanig bood Backer Dirks zich
aan. In hem vond ik niet alleen een kundigen leer
meester, maar ook een trouwen metgezel op al mijn
wandelingen, die hij door zijne verhalen en gezellige
gesprekken zoo aangenaam voor mij wist te maken.
Die vriendschap, toen tusschen ons aangevangen,
heeft tot aan zijn dood voortgeduurd en nooit is er
een enkel wolkje aan onzen vriendschapshemel opge
komen. Onze wegen liepen later uiteen, zoodat wij
elkander slechts zelden ontmoetten, maar de corres
pondentie werd met eenige tusschenpoozen altijd on
derhouden, totdat het jaar 1882 ons weer in dezelfde
stad tezamen bracht.