10
CORNELIS CORNBLISZ. JOL, ENZ.
I
hetgeen hem blijkbaar minder aangenaam was. Hoe
dat zij, eerst in 1860 (1 April) werd hij definitief als
leeraar in de hierboven genoemde vakken aangesteld.
Dit ambt heeft hij met den meesten lust en ijver
waargenomen tot 1 April 1879, toen zijne zwakke ge
zondheid hem noodzaakte eenige rust te nemen en er
vervolgens toe leidde, voortaan in eene andere betrekking,
werkzaam te zijn. Met recht heeft een ongenoemde
schrijver in het „Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Graven-
hage” van 5 December 1893 gezegd „dat zijn schrandere,
„werkzame en opgewekte geest nimmer benadeeld is
„geworden door zijn jaren lang onophoudelijk lichamelijk
„lijden.” Dat lijden bestond voornamelijk uit eene asth-
matische aandoening, die op gevorderden leeftijd meer
en meer toenam en hem eindelijk altijd bijbleef. Dat
eene belemmerde ademhaling niet weinig hinderlijk is
wanneer men aan een groot aantal woelige en levens
lustige jongelieden onderwijs moet geven, zal wel niemand
betwijfelen, (ja, ik verwonderde mij altijd, dat hij het
zoolang volhield), en het was dus voor hem een groote
weldaad, toen hij tot Directeur van de Modelkamer en
de Bibliotheek van het Departement van Marine te
’s-Gravenhage werd benoemd.
Die betrekking bekleedde hij tot 1883, toen de
Modelzaal naar het Rijks-Museum te Amsterdam werd
overgebracht, en hij tot Commies-bibliothecaris bij ge
noemd Departement werd aangesteld. Wegens ver ge
vorderden leeftijd ontving hij 1 October 1890 zijn
eervol ontslag, met toekenning van pensioen.
Zeide ik reeds, dat Backer Dirks een groot deel van
zijn leven ongehuivd doorbracht, toch heeft hij nog
verscheidene jaren een aangenamen en gezelligen huise-
lijken kring om zich gezien, daar hij op 17 Juni