15 CORNELIS CORNELISZ. JOL, ENZ. in 16-14 is gedrukt, een nauwkeurig verslag van Jol’s vroegere verrichtingen, als scheepsbevelhebber. Hoe wel men er niet de rechte stof in vindt voor een eigenlijk levensbericht, zoo blijkt toch uit het opge- teekende, dat de eenvoudige zeeman in de door hem bezochte streken en vaarwaters veel opmerkte en waar nam, Wat hier volgt is hoofdzakelijk aan de in het werk van de Laet zeer verspreide berichten ontleend. Den 24 Januari 1628 zeilde Jol met 8 andere bodems uit Texel, als commandant van de Otter, een jacht van 90 last, met 19 gotelingen en 71 koppen. Een van de drie met suiker, tabak, enz. geladen schepen, welke den onzen op de kust van Brazilië in handen vielen, was door hem genomen. Met een viertal andere bodems en eenige „prijzen” teruggezonden, bereikte hij 23 October het Vaderland. Financieel gesteund door de opbrengst der pas ver overde zilvervloot, besloot de West-Indische Compagnie haar geluk in 1629 nogmaals te beproeven. Nadat Piet Hein tot Luitenant-Admiraal van Holland was benoemd, droeg zij het bevel over haar vloot op aan Hendrik Loncq, die het vorige jaar als tweede persoon onder Piet Hein had gediend. De schepen moesten, naar gelang zij gereed kwamen, in Mei en later uit zeilen, om zich bij de Canarische en de Kaapverdische eilanden te verzamelen. De inval der Spaansche en Keizerlijke troepen, die in den zomer tot op de Veluwe doordrongen, veroorzaakte echter niet geringe vertra ging. Dientengevolge zeilde Dirk Simonsz. van Uitgeest eerst den 20 October met 7 bodems uit Texel, waar onder ook de Otter, weder gecommandeerd door Jol, doch thans bewapend met 2 metalen en 12 ijzeren stukken, terwijl zich 36 matrozen en 55 soldaten aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 126