Uit 17 CCRNELIS COBNELISZ. JOL, ENZ. het opperbestuur in Geulen, een hunner, van Texel niet de van Hoorn, het Recif naar den W. I. archipel onder zeil ging. Zij kruisten er voortdurend, namen er kusten en vaar waters goed op, doch behaalden slechts weinig buit. Uit een schip met 400 negerslaven, namen zij alleen 24 stukken gele was en wat rijst, omdat zij met die zwarten toch niets konden uitvoeren. Een ander schip, dat een slecht zeiler bleek te zijn, gaven zij insgelijks vrij, na er 1700 huiden, 6 balen katoenen garens en eene hoeveelheid suiker uit prijs gemaakt te hebben. De Phoenix veroverde een schip met 6400 huiden, waarvan op de Domburg en de Phoenix maar 5400 geborgen konden worden. De „prijs” werd met de rest in brand gestoken, en beide schepen gingen in Augustus met den buit naar het vaderland. Jol, die nog voor acht maanden geproviandeerd was, bleef den kruistocht voortzetten; later eene wijle in vereeniging met de jachten Zeeridder en Zuidster. Den 1 Mei 1632, in ’t zicht van Florida, aanvaardde hij de thuisreis met de Otter, die zoo voorspoedig was, dat hij 7 Juni te Texel binnen viel, medebrengende vele stukken ge weven stof, 366 huiden, 5250 pond campêchehout, 2170 pond tabak, 2054 pond anijs, een kistje en 3 baaltjes benzoë, 3 balen peper, 2 vaten nagelen, 12 kisten marmelade, 13 mark goud, 123 realen van achten en verscheidene kleinigheden. Eerlang opende zich voor Jol een ruimer arbeidsveld. De kamer van Negentienen besloot twee bewindhebbers naar Brazilië te zenden, om er handen te nemen. Matthijs van verliet den 8 October de reede Fama, gevoerd door kapitein Jan Jansz. de Zutphen en de Otter, weder gecommandeerd door Jol. doch thans bewapend met 6 metalen en 14 ijzeren 2

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 128