20 CORNELLS COItNELISZ. JOL, ENZ. October tot 16 Novemberterreede van het eiland Fortuga, waar hij de Otter liet krengen en haar van een nieuwen mast voorzag. Hier vond hij de Nachtegaal en be richtte een Engelschman hem het verlies van St. Martin. Weder zee gekozen hebbende, kreeg hij bij herhaling eene groote vloot van Havana komende in ’t zicht. De afzonderlijk varende schepen, die hij ontmoette, waren niet geladen. Den 2 Januari weer ter reparatie bij Fortuga gekomen, vond hij er de Canarieyogel. Hij maakte nog enkele kleine „prijzen”, eer hij den steven naar het vaderland wendde, en 6 Juni met de Otter te Texel binnenviel. Tot dusverre had hij met zijn betrekkelijk klein jacht, vaak alleen varende, meestal voorspoed gehad. Eerlang zou hij eene bittere ervaring opdoen van de kwade kansen, welke den stoutmoedigen zeeman des tijds bedreigden. Het is bij het begin van dezen tocht, dat de Laet zegtSullen nu kommen tot eenighe ex- ployten ter zee, ende vooreerst de reyse van den man haften Capiteyn Cornells Cornelisz. Jol, alias Houtebeen, gheboren tot Schevelinghen.” Den 25 December 1634 weer met de Otter vertrokken, zeilde hij rechtstreeks naar Barbados, van waar hij 22 Februari 1635 te Curacao kwam met brieven voor de bewindhebbers, o. a. den last inhoudende het eiland niet te verlaten. Hij vond er de Brak, en bedreef, den 3 Maart hiermede onder zeil gegaan, te St. Jago de Cuba een stout stuk. Beide vaartuigen liepen er, onder Bourgondische vlag, zoo kalm binnen, dat de wacht aan de haven, meenende dat het Spaansche schepen waren, hun zelfs den -weg wees. Zij hielden 2 Portugeezen, die aan boord kwamen, gevangen en voeren door tot bij een fort met 5 stukken, in welks

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 131