22
CORNELIS CORNELISZ. JOL, ENZ.
generale uitwisseling,
van den behaalden buit,
Den 19 September geraakte Jol in gevecht met
den Admiraal van Carthagena, die ’s namiddags te 3
uren, nadat van zijne 200 man sterke equipage 25
gedood en velen gekwetst waren, den strijd opgaf'.
Ongerekend den buit der matrozen, haalde men 140
knasters tabak, 73 baren koper, 9 kistjes indigo en 6
a 7000 stukken van achten uit het schip, dat men
verder zijns weegs liet gaan.
Met een volgeladen schip aanvaardde Jol nu de
thuisreis, die slecht afliep. Den 28 October verviel hij
in het Kanaal met de Otter onder 7 kapers, aange
voerd door Collaert, die het jacht veroverden en het
den 2 November met de gansche equipage te Duinkerken
opbrachten. Maanden lang bleef Jol er met de zijnen
gevangen, tot allen, bij eene
natuuurlijk met achterlating
hunne vrijheid terugkregen.
Wel verre van in haar vertrouwen op hem geschokt
te zijn, droeg de Kamer van Negentienen hem onraid
middellijk na zijne aankomst in het vaderland het bevel
over een grooter schip op. Den 30 Augustus 1636
stak hij weder in zee met de Stool, groot 130 last,
bewapend met 13 metalen en 14 ijzeren stukken en
bemand met 103 koppen. Hij werd thans vergezeld
door het jacht de Katte, gevoerd door zijn broeder
Siebert Comelisz., en een klein vaartuig, genaamd de
Jonge Otter, onder Laurens Pietersz.
Niet onbelangrijke waarnemingen deden zij. die 22
Januari 1637 nog de Brak bij zich kregen, op hun
kruistocht in West-Indië; doch hun buit was gering.
Den 23 Juli begingen zij nog een groote onvoorzich
tigheid, door een verlaten Spaansch schip, dat zij op
strand gezet vonden, eerst in brand te steken en daarna