23 COBNELIS 'COBNELISZ. JOL, ENZ. te onderzoeken. Het vuur bereikte de kruitkamer, welke ontploffing alles over boord wierp, een hunner doodde en 24 zwaar verwondde. En de gevolgen der overijling hadden zeker nog ernstiger kunnen zijn. Later nam de Katte een schip met 2800 huiden, die men in een anderen bodem overlaadde en huiswaarts zond.-Omstreeks 23 September sneed men op de hoogte van Havana, een galjoen van een groote vloot af. hetwelk aan de vlammen werd prijs gegeven, na er 60 last gember, 60 kisten suiker, 800 huiden en 5 last campèclie-hout uit overgenomen te hebben. Vóór het einde der maand vertrok Jol, zijn broeder Siebert met de Katte achterlatende, met de Swol en de Brak naar het vaderland, waar hij in November binnenviel. Hij klaagde over zekere belemmeringen, op zijn laatsten tocht van commissievaarders ondervonden, en was van gevoelen, dat de W. I. Compagnie geenerlei vergunning aan particulieren moest geven, indien zij zelve voordeel wilde behalen. Maar hier eindigt het uitvoerig verhaal van de Laet, dat voor de overige bedrijven van Jol uit andere bronnen moet worden aangevuld, voornamelijk uit hetgeen Commelijn daar van meldt in „Het leven en bedrijf van Frederik Hen drik”. Dit is dubbel jammer, omdat Jol in 1638 voor het eerst het bevel over eene vloot kreeg, waarbij hij, van nu af meestal Admiraal Houtebeen genoemd, nagenoeg dezelfde ervaring opdeed als de bekende Vice-Admiraal Witte Cornelisz. de With in 's lands dienst, met wien hij in geaardheid veel overeenkomst had. Hoewel meer bemind bij het scheepsvolk dan de With, dien het meermalen als commandant aan boord weigerde te ontvangen, ondervond hij van de zijde der onder hem gestelde scheepsbevelhebbers dezelfde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 134