30
JOURNAAL VAN HET HUWELIJK, ENZ.
Noordelijke galerij, tegen aan de Hofcapelle of Fransche
kerk, Deze avond werden bij de burgers vele vlaggen
uitgestoken en het gemeen bedreef vreugde met schie
ten en zingen langs de straten. De publicatie wegens
’t illumineeren op den 191'11 dezer, bij ’t Hof en die van
den Hage vastgesteld, is van dezen dag, schoon er nog
Raad, noch vergadering, noch conferentie zij geweest.
Donderdag 7 October. De Hertog werd door de
nieuwsgierige gemeente verwacht op de parade, doch
verscheen daar niet, maar ontving ten 2 ure de geluk-
wensching,wegens zijne aankomst, in de gewone audiëntie
kamer van den heer Stadhouder welke plechtigheid
geen half uur duurde, vermits eene diepe buiging in
t voorbijgaan alles was, wat daar verricht werd
uitgenomen de Militairen waren wij daar alle in ’tzwart,
vermits het hof rouwde. De Hertog was mede in
’t zwart laken, en had zijn ridderband geheel bedekt
onder zijne klederen, naast hem stond de Heer van
der Duin, welke de namen der groetende voorbijgangers
Z. H. in 't oor blies. Wat bezijden af stond een Bruns-
wijks officier. De vorst is zeker in ’tportret van Monsr.
Bolomey schooner verbeeld dan hij is, doch de beschrij
ving welke sommige van zijn persoon gemaakt hebben,
zijn zoo vele onwaarheden. Zijn haar is niet ros, maar
blondschoon niet lang is hij zeer wel gemaakt van
leden, heeft eene zeer goede houding, losse manieren
en een zeer vriendelijk voorkomen. Zijne stem is scherp
en zijne spraak zeer rad, t ■welk hij gemeen heeft met
het geheele huis van Brunswijk. Des avonds reed hij
in eene koets van Z. H., met twee pages voorop, en
twee loopers vooruit, met flambouwen, gevolgd door
nog eene hofkoets, en bracht dus naamkaartjes rond
bij de vreemde gezanten en de Heeren van de Ridderschap.