33
JOURNAAL VAN HET HUWELIJK, ENZ.
schrijven aan de ordres die men gesteld had om dezelve
gemakkelijk te maken. De heer van Rhoon had zeker
stakketsel of baliewerk uitgevonden, 't welk tegen den
namiddag in ’t Binnenhof opgeslagen werd, en langs
hetwelk de koetsen rijden moesten om elkander niet
te ontmoeten. Dan dit had tot gevolg, dat sommigen
twee uren onderweg waren anderen een uur en mogelijk
langer, naar hunne koetsen wachten moesten. Ik kwam
met een half uur vrij.
Ten 7 ure kwamen de eerste der genoodigden aan,
alle wel uitgedoscht. De drie voorzalen waren prachtig
behangen, met schoone vloertapijten belegd, en met
honderden waskaarsen op kristallen kroonen en armen
verlicht. Ten acht ure kwam de jonge Prinses met
haren bruidegom. Zij was in zilver- en goudstof en
hij in hemelsblauwe zijde met zilver gekleed; hierop
volgde H. K. H. in carmozijn satijn op zilver met alle
hare juweelen. Zij gingen met hun hofgevolg rond als
naar gewoonte en ontvingen de gelukwenschen, dat is
te zeggen, neiging en buiging van iedereen. Hetzelve
had ten laatste plaats in de groote nieuwe zaaldan,
zoodra zij de deur intraden werd door de trompetters
en keteltrommen van het orkest aan het Oosteinde het
oude lied Wilhelmus aangeheven en eenige reizen ge
speeld. Deze schoone. zaal, welke in grootheid ver
scheidene kerken overtreft, naar de Corinthische orde
gebouwd, en met beelden versierd, was evenals de andere
zalen met groote kristallen kroonen en armen voorzien
en zoo verlicht van alle kanten, dat daar schier geen
slagschaduw te vinden was.
Na den omgang der Prinsessen danste de bruidegom
en bruid, en voorts deze met Gedeputeerden der 7 Pro
vinciën, alsmede H. K. II. en den Heere Stadhouder
3