34
JOURNAAL VAN HET HUWELIJK, ENZ.
met Ambassadeurs en Ambassadrices, statelijke Menu
etten de lieeren met gedekten hoofde, alles naar liet
oud gebruik van honderd jaren herwaarts. Dit met
rechten zwier verricht zijnde, werden de nieuwe contra
dansen gedanst in welke de twee jonge Prinsen van
Oranje zich niet minder vermoeiden dan blijken hunner
vlugheid gaven. Onderwijl werd er in de andere zalen
gespeeld. Ten half twaalf begon het souper en werden
de deuren der groote eetzaal geopend werwaarts de
vorstelijke personen, vreemde Prinsen en Ministers van
Mogendheden met hunne vrouwen, alsmede de eerste
adel onzer gewesten en aan eene tafel van couverts
plaatsten. Deze tafel was versierd met pronkstukken
en zoogenaamde desserten, vertoonende suikerwerk, doch
meer uit pleister en gommen geboetseerd, ’t Waren
alle allegorische kunststukken op het hooge feest, en
de bogen onder welke zij stonden, waren van door
schijnend glaswerk van allerlei kleuren, rijkelijk met
groente en bloemwerk doorvlochten. De schotels om
dezelve staande, alsmede de borden, lepels en vorken
waren van zilver verguld, gelijk ook al het vaatwerk
op de buffetten, tot de groote koelvaten toe. In de
andere kamers was alles van zilver en de pronkstukken
op verscheiden tafels zeer fraai. Deze tafels waren acht
in getal, behalve nog twee tafels tegen den wand, om
de gaanden en komenden te gerieven. De overvloed
van variëerende spijzen en wijnen was naar gewoonte,
en de bediening vrij goed, naar mate de menigte men-
schen, van welke een aanzienlijk gedeelte staande eten
moest. Nadat de vorstelijke personen gespijzigd hadden,
werd er weder gedanst tot in den morgenstond, omtrent
4 ure, en die geene welke vroeger naar huis keerden,
hadden groote moeite om hunne koetsen te krijgen.