53 AANTEEKENINGEN BETREFFENDE MAATREGELEN ENZ. De oudste keur, die mij in handen kwam, is gearresteerd bij ’t volle College van Schout, Burgemeesteren en Schepenen van ’s-Gravenhage, den XVden Octobris toestand schadelijk geacht werden, of inbreuk maakten op algemeene reinheid, te bestrijden. Velerlei toestanden, die onstonden na de publicatie van die keuren, en daarmede in strijd zijn, kunnen wij thans nog waarnemen, en geven aanleiding om eene flinke handhaving van die keuren te betwijfelen. Daar entegen mag men echter de vraag stellen, of wij, zonder die keuren, nog niet veel meer den neus voor dergelijke erfenissen zouden moeten optrekken. Bij sommige keuren kan men eene strenge handhaving in twijfel trekken, om reden de geldelijke boeten zoo hoog gesteld waren, dat men de betaling door het grootste gedeelte des overtreders toch niet kon ver wachten doch het eigenbelang van hen, die op de over treding moesten toezien en deze constateeren, en dat van anderen, die met het innen der boeten belast waren, kan wel aanleiding gegeven hebben om niet te veel door de vingers te zien, want meestal kwam een bij de keuren bepaald gedeelte te hunnen bate. In ieder geval komt men tegenwoordig, met een zooveel beter geregeld en meer uitgebreid toezicht, nog dagelijks tot de ervaring, hoe moeielijk het gaat om verordeningen te handhaven wanneer men te doen heeft met menschen die niet doordrongen zijn van het besef, dat hun persoonlijk belang somtijds moet achterstaan bij dat van het algemeen. Behalve aanteekeningen uit keuren, zullen deze ook voortkomen uit resoluties, die in verband staan met het behandelde onderwerp.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 164