EENE VERMANING IN RIJM. R. 7 Juni 1894. SCHRIJF TOCH NIET ’sHAGE; neen, ontroof die stad der steden, toch niet de Gravenkroon, die rechtens haar behoort; vermink toch niet haar naam, die ze eeuwen fier mocht dragen, en die ook thans nog ’t oor, van iedereen bekoort. 1) 'sHage Schagen; zie Haagsch Jaarb. v. 1890, bladz 45 en 46, en Haagsch Jaarb. v. 1S92 (officieel gedeelte), bladz 22. Geeft zij u niet geheel. wat gij van haar mocht wenschen onthoudt zij u maar iets, van wat gij gaarne hadt? Welnu, wat doet u dan haar grootsten lof ontnemen, en waarom maakt gij haar. in klank, tot kleine stad?1) Geef dus met dank in ’thart, den Graaf, uw stedestichter, al de eer, die hem naar recht en reden toebehoort; gij vrijwaart u daardoor voor de ergste aller zonden, een taalverkrachtend feit, voor die van Gravenmoord. Gij laat aan ’s Gravenmoer, en ook aan ’s Gravenzande, tot zelfs aan ’s Gravendeel wat ge uwer stad onthoudt: heeft daarvoor 'Willem II, en Floris, ’s Graven zone, met luister en met praal, u ’t Binnenhof gebouwd?

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 179