79 HET VAN WASSENAER-GEDENKTEEKEN. goeden door een heldhaftig optreden, daarbij gedachtig aan de spreuk zijner vaderen: „Mit gansch trouwe!” In zijn „Zinrijke Gedachten", Obdam’s gedenkteeken besprekende, wijdt Jacob de Hennin hem de navolgende ontboezeming: „Daar ziet gij nu de Tombe opgerecht „ter gedachtenisse van zal. Jonkheer Jacob Banderheer, „Heer van en tot Wassenaer, Admiraal van Holland etc. „En in de voorleeden, ons zoo schadelijkke oorlogh „met Engelandt, op ’t bedt van eeren, zoo men zeit „gebleeven en met zijn schip gesprongen, zijn lichaam „in de zee begraven en alhipr zijn loffelijke daaden, „geheugenisse en eer. Het was een Heer van veel ver- „stant en zeer groote welsprekentheit en van goede „Godts vreeze en een onvermoeit strijdtbaarlustigh Velt- „en Zee-Voogt. Zoo neemt alles een einde en dat ge- „booren is moet sterven!” Ter toelichting diene nog, dat wanneer een beeld op de tombe rust, de persoon daaronder ligt begraven, doch wanneer het beeld daarop staat, het stoffelijk overschot er nimmer in bijgezet is geworden. Dit laatste is dan ook met den admiraal het geval. 's Gravenhage. C. Gijsberti Hodenpijl.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 191