87 FBANKHIJKS KERK. Den 9Jen Mei 1767 werden de Jezuïeten uit Frank rijk verbannen. De paters der Fransclie kapel waren niet alleen kapelanen der legatie, maar tevens zendelingen der missie De gezant schijnt ook geen bepaalde orders ontvangen te hebben om de beide Jezuïeten van zijn hotel te betrekken in het besluit van het Parijsche parlement. Ze bleven althans tot het najaar van 17-68. Pater de Somere, de socius van pater van Wichem, diende voor het laatst’t doopsel in de Fransclie kapel toe den 19den September van dat jaar. De paters vertrokken dan tot groote droefheid van de velen, voor wie zij volijverige herders en hartelijke vaders geweest waren. Pater van Wichem, geboren te Nijmegen, uit het aanzienlijk ge slacht van dien haam, ging naar zijn vaderstad, werkte in de statie der Jezuïeten aldaar, stierf den Isten Augustus 1798 en werd in de R. K. kerk te Ravestein begraven. Zoo eindigde de gezegende arbeid der trouwe werk lieden der Sociëteit, die zoo onuitsprekelijk veel voor de Katholieken van ’s-Gravenhage hadden gedaan. Later onder gunstige omstandigdheden, zouden ze terug keeren, en de gulden Nederlandsche vrijheid zou hun onder het Nationale Stamhuis vergunnen, wederom duizenden en duizenden alhier ten zegen te zijn. Als gedachtenis aan de oude Jezuïeten-Statie stond, totdat de Nieuwe Kerk aan de Princessegracht gebouwd werd, in de Fransclie Kapel, het beeld van den ridder lijken stichter Ignatius van Loyola, met den voet op een kanon, welk beeld later boven het St- Ignatius-Altaar in de St. Teresia-Kerk geplaatst is, voordat dit altaal door een sierlijker werd vervangen. Reeds in hetzelfde jaar 1768, en wel in October, werden de paters Franciscanen (Recollected) door den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 199