89
FRANKRIJKS KERK.
niet tot spijt van het schoonheidsgevoel van den
Hagenaar.
De Fransche revolutie, welke in 1789 uitbrak, deed
ook haar heilloozen invloed op deze kapel gevoelen.
Den koster der kapel werd zeer vriendelijk gelast
al het zilver in te pakken en naar Frankrijk op te
zenden. Nog erger lot trof haar, toen de revolutionnaire
regeering, de kapel der ambassade in 1793 ophief, en
de dienstdoende kapelaans als zoodanig werden ontslagen.
Volgens een kerkelijke wet van 27 Augustus 1655
moesten nu die geestelijken hun dienst in het openbaar
staken. De kapel werd dan ook voor het publiek ge
sloten, maar de geestelijken bleven in stilte hunne
bediening uitoefenen. Doch de kerkelijke overheid gaf
reeds 1795 toestemming de kapel, nu alleen als statie
voor de geloovigen te openen. Inmiddels was de Ba-
taafsche Republiek in ons Vaderland begonnen.
De geestelijkheid der Statie meende zich tot de
Vergadering der Provisioneele Representanten van het
volk van Holland te moeten wenden, met een request,
waarin „de Roomsch Katholieken gemeente, behoord
tot en gehuurd hebbende de kerk van de Fransche
Republiek in den Haag, verzoekt permissie voor dezelve
gemeente om door hunne priesters alle pastorale functiën
in gemelde kerk te mogen laten verrichten’’ De be
schikking op dat request luidde, volgens decreet van
8 October „dat de Vergadering zich in het verzoek
der rekestranten, als zijnde geheel huiselijk, niet kan
inlaten en dat zij in den hare, daaromtrent zulke
schikkingen kunnen maken, als zij vermeen en te be-
behooren.’’ Pater Langestraat trad dan op als Pastoor
en zijn ordebroeders als kapelaans der Statie. Pastoor
Langestraat stierf den 9(len Mei 1800 en werd opgevolgd