90 FBANKKIJKS KERK. door pater de Bitter. Tot dien tijd hadden de geeste lijken met den dienst in Frankrijks kerk belast, altijd ieder afzonderlijk gewoond, doch in het begin dezer eeuw deed pater de Bitter, uit de daartoe door de geloovigen bijeengebrachte middelen eene pastorie bij de kerk bouwen, op den grond, waarop toen nog de keukens stonden van het in Maart 1782 afgebrande hotel der Fransche Ambassade. In 1805 gaf de Fransche gezant, de Limonville het op den grond der Ambassade staande en in 1763 dooi de Jezuïeten gestichte kerkgebouw aan de R. K. gemeente onder den last van het onderhoud en met voorwaarde, dat de poort en de remises van het afgebrande hotel, niet in den afstand waren begrepen, maar aan Frankrijk moesten verblijven. In 1807 werd pater Lunenburg kapelaan en den 12'len October 1810 pater Albertus Lochman, die, naar het schijnt, pater Menning opvolgde. Reeds spoedig in deze eeuw deed zich de behoefte gevoélen van een nieuw, groot en doelmatig bedehuis. De volijverige pastoor de Bitter deed reeds in dien geest vele pogingen, doch het reuzenwerk zou worden overgelaten aan zijn opvolger. Pater de Bitter stierf den IJden September 1818. hoog geacht en algemeen bemind pater Lochman werd nu pastoor. Het vurig verlangen van zijn voorganger was ook het zijneeen nieuwen tempel op te richten, die aan alle behoeften zou voldoen en de Godsvrucht der Katholieken des te meer zou verhoogen. Het ledig erf aan de Princesse- gracht, waar nog steeds de verwoesting van den brand van 1782 te zien was, werd door pastoor Lochman gekocht. Evenwel behield de Fransche regeering daarop eenige rechten. Doch bij besluit van Louis Philippe, koning van Frankrijk, werd er van alle rechten afstand

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 202