91 FRANKRIJKS KERK. gedaan. Onder de voorwaarden, welke de koning stelde zijn o. a. de volgende te lezen. De R. K. gemeente moest 19,200 Gld. betalen, volgens haar eigen voorstel. Er moest een gang worden gemaakt, langs de Fransche Kanselarij, met den ingang in de Casuariestraat, welke gang eigendom èn van de kerk èn van de kanselarij zou zijn. Zoo is het nog heden. Er moesten verder twee tribunes worden ingericht en behoorlijk voorzien voor de Fransche legatie. Vooral deze voorwaarde is merk waardig: „de conserver a l’église et a ses dépendances l’affection au service du culte catholique, faute de quoi le tout ferait retour a la France, sans aucune indemnité ni remboursement de sa part-’. Nu verzochten de pastoor en eene commissie uit de R. K. gemeente in de Casuariestraat aan den Koning der Nederlanden, machtiging tot het aanvaarden van vier perceelen ge bouwde en ongebouwde eigendommen, staande en ge legen aan de Princessegracht en in de Casuariestraat, welke bij notarieele acte, ten behoeve van die gemeente waren aangekocht van het Fransche Gouvernement, om op het terrein van de drie eerste perceelen (na aftrek van het gereserveerde gedeelte voor de kanselarij der Fransche legatie) eventueel eene nieuwe kerk en pastorie te bouwen, en het vierde perceel,-een stalgebouw, tegen den bepaalden koopprijs van 7500 aan Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden in eigendom over te doen. De Koninklijke machtiging werd verleend den 31 sten December 1841 en bij beschikking van den Minister van Staat, Directeur-Generaal voor de zaken van R. K. Eeredienst, van den 8stcn April 1843, werd machtiging gegeven om eene nieuwe kerk en pastorie op voormeld terrein te doen bouwen. De kosten der aanbesteding van dat werk waren f 112600; waarin bij beschikking

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 203