Elders in de lijst vindt men denzelfden naam anders gespeld. Of zij echter meer nauwkeurig waren, daarachter mag ik wel een vraagteeken stellen. Wat daarvan ook zij. in hoofdzaak klopt de lijst in quaestie met het kohier en het spreekt van zelf dat dit ook wel het geval moest wezen. En in het kohier èn in de beschrijvingslijst, staat echter hier en daar wel wat vermeld, waaraan ik, triviaal uitgedrukt, geen touw kan vastknoopen, na raadpleging der archieven van mijne kerkelijke gemeente en speciaal van het register der begraafplaatsen en het zielmissenboek, mitsgaders van in onze kerk nog voor handen zijnde kartonnen strookjes, waarop de namen der leden van de Portugeesch Israëlitische gemeente alhier voorkomen, die leefden in den tijd waarop gemeld kohier en lijst betrekking hebben. (Deze kartonnen strookjes schijnen voor aanwijzing of uitnoodiging van de leden, voor het verrichten van zekere godsdienstige ceremoniën gediend te hebben). Hoe men aan sommige namen komt, is mij werkelijk een raadsel. Het is of sommigen een loopje namen met degenen, die met de beschrijving belast waren. Zoo leest men bijv, in de lijst (No. 36) N. Benecka, jood, voorlezer van de tweede joden kerk; het 3de huis in het Kalkstraatje aan de noordzij vanhet Voorhout wonende bij hem in, No. 37, de weduwe Borges, jodin Benneka zie Joden Kerk. Op grond èn van nauwkeurig onderzoek der archieven èn van overlevering, ben ik er echter zeker van dat hier bij de Portugeesche joden nooit een voorlezer Benneka is in dienst geweest en een kerk van Hoogduitsche Joden in het Voorhout heeft nooit bestaan. Ook de naam Borges (jodin) komt mij apokrief voor. 100 WIE ER IN 1715 IN HET VOORHOUT WOONDE, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 212