Ill DE BIJKSGIETERIJ, ENZ. Verklare ende bekenne ick ondergeschreven Mr. grof- geschutgieter van Haere Ed. Groot Mogende, de Heeren Staten van Hollandt ende West-Frieslandt, dat de hierboven gespecificeerde behoeften in Haere opgemelte Edele Grootmogende gieterijen en de onder mijne be- waringe zijn berustende, daervan ick derhalven ten allen tijde gehouden ben ende mits desen beloven te verantwoorden als naer behooren”. Hage, den 26 Februari] 1670. was ondert: Johannes Niepoort. Ende sal gegeven worden Extract, enz. Johannes Niepoort werd als geschutgieter in dit gebouw ten jare 1704 opgevolgd door de gebr. Johan en Cornells Ouderogge; na hem kwamen in 1724 Jan Crans; in 1730 Adrianus Crans; in 1745 Cornelis Crans; in 1751 de erfgenamen van Cornelis Crans onder opzicht van Jan Crans, en in 1756 Jan Verbruggen. Do laatste was de eerste die, bij ons te lande het geschut massief heeft gegoten en daarna geboord door middel van een vertikale boormachine, opgericht door den Luit.-Generaal von Creutznach; het werktuig voldeed niet en de gieter liet in 1758 een horizontale boor- bank vervaardigen met medehulp van Jacob Ziegler, die hem de teekeningen ervan bezorgde, als zijnde hij te Donai in de geschutgieterij van Bérenger langen tijd in betrekking geweest en in de gelegenheid ge weest de boorbank daar te bestudeeren. Verbruggen had geen succes met het gieten en verliet het land na veel onaangenaamheden te hebben ondervonden. De Staten ontboden daarom in 1770 op aanbeveling van Z. D. H. den Prins Erfstadhouder Willem V, den geschutgieter Jean Maritz uit Spanje. Deze was de kleinzoon van den beroemden Jean

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 224