121 DE BIJKSGIETERIJ, ENZ. De gietvormen waren van klei, met ijzeren banden versterkt, waarvan de inwendige gedaante overeenkwam met dien van den te gieten vuurmond, zoodat eerst een model moest worden vervaardigd, dat de bedoelde gedaante bezat. Het vervaardigen van het model der schacht geschiedde door een met vet besmeerden kegelvormigen spil te omwikkelen met gevlochten stroobanden, dit geheel bij te werken op de juiste dikte met klei, te fatsoeneeren en te droogen op een turfvuur. Om te beletten dat de klei van den eigenlijken vorm zich kon hechten aan die van het model, besmeerde men de buitenste kleilaag van het model met runaschloog. De vorm bestond, naar gelang de lengte van den te gieten vuurmond uit 3 of 2 gedeelten steeds werd de vorm buitenwaarts cilindervormig verlengd om een verloren hoofd te krijgen, teneinde hierdoor het vloei bare metaal te doen nazakken en vreemde gassen en stoffen op te nemen. De modellen der tappen, ooren en andere uitstekende deelen werden afzonderlijk gemaakt en op het model bevestigd. Denkt men zich een dergelijk model omgeven door een dikke kleilaag, versterkt door ijzeren banden en hoepen, door verhitten tot steen gebakken en daarna het model uitgenomen, dan ontstond op deze wijze een vorm waarin de vuurmond kan worden gegoten. Het uitnemen van het model geschiedde door hun samenstelling zeer gemakkelijk; de vormen werden dan inwendig schoongemaakt, bestreken met een mengsel van runasch met oud bier, om het loslaten der klei van het gietstuk te bevorderen en verhit tot de rood- gloeihitte. Om tot het gieten te kunnen overgaan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 235