144
DE EIJKSGIETEKIJ, ENZ.
het Rijk
naar gelang der omstandigheden, te verhoogen. en,
ten tweede, dat het Ministerie, op die wijze hem
terughoudende van elke poging om zich, nu het daartoe
nog tijd was, in staat te stellen om in lateren tijd
langs eenen anderen weg in zijn levensonderhoud naar
behooren te voorzien, ofschoon zich in geenen deele
onvoorwaardelijk verbindende om hem, bij het aftreden
zijns ooms, tot diens opvolger als geschutgieter aan te
stellen, toch wel de zedelijke verpligting op zich nam
om, in geval dit niet geschiedde, hem de gelegenheid
te verschaffen, zijne dan in dat vak verkregene kundig
heden tegen billijke belooning ten nutte van het Rijk
aan te wenden,
de suppliant, dit alles in overweging nemende, zeg
ik, nam het goedgunstige aanbod dankbaar aan en
begaf zich met vernieuwden ijver aan het sedert 1853
steeds voortgezette werk.
Dit alles greep plaats onder een Bewind, dat door
beginselen van behoud geleid werddoch binnen weinig
tijds moest hetzelve plaats maken voor een ander, dat
tegenovergestelde beginselen toegedaan wasen daar
mede veranderde de gezindheid der Regeering omtrent
mij en de mijnen ten eenen male, als ware een booze
geest tegen ons losgelaten.
Het Ministerie van Marine, bij hetwelk ik sedert
lange jaren te kampen had met aanhoudende woelingen,
strekkende om mij de oplevering der metaalwerken
voor den scheepsbouw te doen ontnemen, waartegen ik
nogtans steeds steun bij de Hoofden van het Departe
ment had gevonden, deed nu den eersten stap door
opzegging van het deswegens met mij aangegane kon-
trakt. De Minister trachtte zelfs, dat kontrakt eigen-
magtig een geheel jaar vroeger te doen eindigen, dan