147 DE BIJKSOIETERIJ. ENZ. aanleiding [I gebrand, tegen 40, 1548 ongebrand tegen 30 cents, benevens 3 kubieke meters gebruikte tegen f 20, te zamen uitmakende f 4324.40. Het Ministerie verklaarde zich tot de overneming der op dien staat gebragte voorwerpen bereid, met uitzondering van diegene, welke met rooden inkt doorgehaald waren; en onder deze bevonden zich de zoo even genoemde steenen. Ik deed toen aan het Ministerie de redenen kennen, waarom deze steenen voor de geschutgieterij onmisbaar te achten waren, en verzocht op dien grond herroeping der uitzondering te hunnen opzigte. Hierop werd mij, naar aanleiding eener ministriële aanschrijving van den 25n Maart 1872, n“. 66 G, van wege den Minister, Generaal-Majoor F. A. T. Delprat, die gedurende bijna tien jaren de betrekkingen eerst van Onder-Directeur der Geschutschieterij en daarna van Kapitein (later Majoor), belast met het toezicht in dezelve, had vervuld en alzoo wel in de gelegenheid geweest was om eenige kennis der zaak op te doen, geantwoord: „dat er geene noodzakelijkheid bestaat om bouw stoffen, die steeds te verkrijgen zijn, in voorraad op „te leggen; terwijl bovendien de prijs, waarvoor de „steenen aangeboden worden, veel hooger is dan van „die, welke in den handel verkrijgbaar zijn.’’ Zeldzaam voorbeeld van onwetendheid en onbedacht zaamheid, voorwaar Immers: zoodanige steenen, als voor den bouw van ovens van zoo grooten omvang als die der geschut gieterij vereischt worden, zijn in den handel nergens te verkrijgen, noch ooit te verkrijgen geweest; zij zijn te allen tijde en overal in de geschutgieterijen zelven vervaardigd; hunne vervaardiging is steeds een der voornaamste onderwerpen van de zorgen der geschut-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 261