148
DE KIJKSGIETEKIJ, ENZ.
gieters geweestzij kunnen ook wegens hunne kost
baarheid in den handel niet voorkomen, dewijl geene
andere fabrieken van zoo groote ovens gebruik maken,
terwijl voor kleine ovens de goedkoope steenen, welke
in den handel gevonden worden, met goed gevolg dienen
kunnen; deze zijn intusschen, zooals ook door UWelEd.
Gestr., bij Uw gesprek met mijnen behuwdzoon, op den
voorgrond werd gesteld, voor den bouw der groote
ovens van de geschutgieterij te eenen male ongeschikt.
Daarenboven zijn de eerste van verschillende, ten deele
ongewone, naar de inwendige gedaante en afmetingen
der ovens gewijzigde vormen, die hen voor de kleinere
ovens grootendeels onbruikbaar maken.
De kostbaarheid der eerst bedoelde steenen ontstaat
eensdeels uit de zorgvuldige bewerkingen, welke bij
hunne vervaarding gevorderd worden, en anderdeels uit
de verloren gaande renten van het daarbij voor eene
lange reeks van jaren vastgelegde kapitaalde laatste
steenen waren in de geschutgieterij in 1843 gemaakt
doch het grootste gedeelte van den door mij aangeboden
voorraad nog veel vroeger.
In 1821 en 1822 zijn door de Militaire Genie, ter
vernieuwing van den grooten oven in de geschutgieterij,
van den geschutgieter overgenomen en verbruikt ruim
6000 vuurvaste steenen, en in 1824 en 1825, ter ver
nieuwing van den middelbaren oven, ruim 5000 stuks.
Uit den grooten oven (inhoud 28000 kilogr. brons)
zijn door mij in 48 jaren gedaan 97 goten, en uit den
middelbaren oven (inhoud 14000 kilogr. brons) in 46
jaren 91 goten; de beide ovens bleven daarna nog
wederom bruikbaar voor volgende goten. De kleinste
oven (inhoud 1500 kilogr. brons) werd door de Militaire
Genie, met de vuurvaste steenen, die in den handel te