149 DE KIJKSGIETERIJ. ENZ. verkrijgen zijn, gebouwd in 1861 en, wegens geheele onbruikbaarheid, vernieuwd in 1864 na 89, in 1866 na 99, en in 1868 na 63 goten. Tegen de ontzaggelijke kosten, waarop de vernieuwing van eenen der groote ovens komt te staan, kunnen de zeer geringe kosten, die aan de vernieuwing van den kleinsten oven verbonden zijn, niet in vergelijking gebragt worden daarom kunnen voor de laatste de steenen van minderen prijs verkozen worden. Houdt men nu in het oog, dat de behoorlijke aanmaking der door mij aangeboden steenen twee volle jaren vordert, dan zal het toch voor iedereen wel duidelijk zijn, dat deze voor het Ministerie van Oorlog, wilde het de geschutgieterij niet aan het gevaar van zeerlangdu- rigen stilstand blootstellen, volstrekt onontbeerlijk waren. Doch het Ministerie van Oorlog had bij zijne afwijzing andere inzigten! Naar aanleiding van mijnen her haalden aandrang, werd mij door den Heer Kapitein, Directeur van ’s Rijks Gieterij van bronzen Geschut, bij aanschrijving van den lln April 1872, N°. 110, te kennen gegeven, dat de Minister alleen dan welligt in de overname van den bestaanden voorraad zoude kunnen toestemmen, wanneer deze tegen den veel lageren handelsprijs der gewone vuurvaste steenen wierden aangeboden Alsnu werd eene overeenkomst getroffen, ten gevolge waarvan overgenomen werden 8615 gebakken steenen tegen 0.20, 1500 ongebakken steenen tegen f 0.16, en 3,5 kubieke meter gebruikte steenen tegen f 20, te zamen uitmakende f 2033, onder bepaling, dat het overige zonder vergoeding aan het Ministerie zoude verblijven Het Ministerie van Oorlog, zich mijne hagchelijke positie ten nutte makende, had mij alzoo tot den afstand van den ganschen voorraad voor minder dan de helft der wezenlijke waarde weten te dwingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 263