152 HERINNERINGEN AAN, ENZ. vol bewondering te plaatsen onder De kroonprins was gaarne in kon onttrekken zijns vaders. Het volk was vol bewondering en genegenheid voor den levenslustigen prinsmet welgevallen zag men hem in zijne sierlijke equipage door de straten van Brussel rijden, en menig huldebewijs was zijn deel als hij de arreslede bestuurde rond de schoone dreven van het park. In den beginne woonde hij in de Wetstraat (rue de la Loi). Den 29 Dec. 1820 brak er ’s morgens om 5 uur een hevige brand uit in zijn paleis. Een sterke wind, een heldere hemel, een thermometer 3 0 onder nul, alles was het vuur gunstig. De prinses had ze leidde in goede bedding, een rechtvaardig man, die het recht wilde voor een ieder en voor allen, en daarom in den waren zin des woords was een koning bjj de gratie Gods. ’t Is daarom dat wij enkele bijzonderheden zullen verhalen van het leven des prinsen in Brusselbijzon derheden van weinig beteekenis doch wij meenden dat ook de kleinste zaken uit het leven van eenen zoo roemrijken stadgenoot, altijd iets aantrekkelijks hebben. De naam van den prins was reeds op aller lippen, toen hij met zijn vader, koning Willem I, den 21 Sept. 1815, onder het bulderen der kanonnen, het schetteren der fanfaren, het gejubel des volks, zijne plechtige intrede deed in België’s hoofdstad. Het „Te Deum Laudamus” klonk door de statige gewelven der St. Gudula-kerk en wel mocht men jubelen, nu twee rijken zich vereenigden tot één koningrijk; nu handel en industrie elkaar de hand leenden, om de Nederlanden een der eerste rijken van Europa, beminde het Belgische volk hij Brussel, waar hij zich gemakkelijker aan de stijve etiquetten van het hof

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 266