161
HET GRAFMONUMENT, ENZ.
Reg. II.
den
11
iel.
id.
id.
id.
id.
id.
id.
id.
voor rekening van do kerk.
id.
id.
fo 98VO-
't negen en twintighste en dertighste graf is een
dubbelde kelder en behoort de Heeren Prineen Carel en
Wilhem van Hessen Philipsthal.
Den 18 Mey 176'1 geopend voor zyn Hoogheid den
Heere Landgrave Prins Wilhelm van Hessen Philipsthal,
Generaal van de Cavallerie en Gouverneur van Breda,
zynde van daar herwaards getransporteerd.
Den 19 dito met nieuwe schaalen gedekt. Ook toen
ter tyd geruymd en schoongemaakt.
6 April 1775 met nieuwe schaalen bedekt,
den 21 Maart 1786
den 17 Febr. 1795
den 28 Nov. 1806
Aug. 1819
Reg. VI. ’t Negen en twintigste en dertigste graf is een dubbelde
kelder.
Deze kelder is bekend onder de naam van de Tombe
van de Prins van HessenPhilipsthal.
Hierop leggen schaalen waar voor dubbeld gerekend
word: dezelve zijn in 1819 ten koste van de kerk vernieuwd.
De Rentmeesters-rekening a° 1721 vermeldt op f° 24,
in de rubriek „Anderen ontfangli van verkopinge van
graven”
Den 12 November XVIIC een en twintigh ontfangen van de
Heeren Prinssen Carel en Wilhem van Hessen de somme van
vyff hondert ponden te XL groten tpond ten behouven van de
Kerk en sulx cover coop van twee graven groot acht voet vier
kant tegens de muur op de teegelen te meeten, leggende in de
tweede Regel int Eerste Cruijswerk van noorden aan synde het
negen en twintighste en dertighste grafft, mitsgaders vergun-
ningh van plaatse daar bove ter hooghte van achtien voeten
tot oprightingh van een Tombe voor wijle syn Hoogheyt den
Heere Prinse van Hessen hoogh loffelyker mem.
Volgens ingewonnen berichten uit Maastricht is ook
daar van eene tijdelijke bijzetting in de St. Janskerk,
in het Grafboek dier kerk niets te vinden.