168
OUD-HOLLANDSCHE KUNST.
de vrijheden die
dit het geval in
een volledig zelfbestuur en de meest mogelijke vrijheid.
Victor Duruij zegt in zijn „Histoire des Romains’’, ,1a
„cité Romaine formait un être complet, ayant tousles
„organes nécessaires a ses fonctions multiples et oü le
„principe de vie était la liber té.’’
Slechts uit hoofde van opstand of verzet tegen Rome,
verloor eene stad een deel harer vrijheid en werd dan
van civitas teruggebracht, t zij tot eene praefectura, ’t zij
tot een vicus, zooals o. a. het lot was van Bijzantium,
dat tijdens Septimius Severus diens tegenstander Niger
had gesteund.
Vele der Romeinsche vaste legioens- of leger-plaatsen
in de win-gewesten, zij hadden reeds tijdens het Ro
meinsche bestuur stedelijke rechten verkregen, velen
dezer zelfs bij charter verleend, en hoezeer zulks van
het meerendeel niet meer door .schriftelijke bewijzen te
staven is, van een voldoend aantal toch is zulks met
zekerheid bekend, o. m. van Baden-Baden ('t Romeinsche
Aquae Aureliae), Mainz (Moguntiacum), Ofen (Aquin-
cum), Regensburg (Gastra Regina), Straatsburg (Argen-
toratum), Weenen (Vindobona), Xanten (Gastra Vetera)
en van York (Eboracuin.)
In hoeverre Nijmegen (’t Rom. Neomagum), Utrecht,
(het vicus Trajectum) en andere Romeinsche legerplaat
sen hier te lande, zich reeds tijdens de Romeinen, in
meerdere of in mindere mate tot een municipaal be
stuur wisten te ontwikkelen, is mij niet gebleken.
Hoe ’t zij, na het vertrek der Romeinen, behielden
die steden meerendeels het bestuur en
zij hadden bezeten, in ’t bizonder was
Noord-Italië, in Zuid-Frankrijk, alsook te Keulen, alwaar
tot in het laatst der XIJde eeuw, alles nog op Romein-