171
OUD-HOLLAXDSCHE KUNST.
vele Belgische steden, ’t zij ten behoeve der kleine han
delaren en handwerkers, die Zünfte in Duitschland, of
meer uitsluitend kerkelijke broederschappen vormend,
die men echter niet mag verwarren met de zich
toen overal evenzeer ontwikkelende klooster-orden, die
gilden of vereenigingen, zij waren of zij werden in
die feodale tijden eerst de toevlucht en toen de band
en vervolgens de kracht van de handeldrijven den en
van de nijveren, „car (A. Wauters. T. I. p. 23) a une
„époque telle que le Xe et le XIe siècles, un homme
„isolé ne comptait pas, pour mieux défendre leurs
„personnes, leur avoir, leurs inimunités, les marchands
„mirent en pratique, runion fait le force, et l’esprit
„d’association ne tarda pas a produire de merveilleux
„résultats”
Het waren ten onzen de kooplieden, de mercatores,
die uit behoefte aan 'bescherming zich het eerst on
derling aaneensloten en wellicht reeds in de IX.de en
in de Xde eeuw plaatselijke vereenigingen vormden;
de Rijn, de Waal, de Maas en de Schelde, zij waren
de voornaamste handelswegen dier dagen en aan hunne
oevers vinden wij onze oudste steden, Deventer, Duerstede,
Maastricht, Nijmegen, Tiel, Utrecht, steden in haren
langzamen opkomst helaas gestoord door de vernielende
invallen der Noormannen, zoodat eerst, nadat met de
Xlde eeuw die plaag voorbij was, de handel aldaar
weder kon herleven.
Dank zij die herleving, vormen zich nu de gilden
opnieuw, en dit krachtiger en zelfbewuster dan ooit,
en hoezeer vele dezer, geen grooter horizon kenden,
dan hun persoonlijk en plaatselijk eigenbelang, zoo
werden zij toch de bijna directe oorzaak van het ont
staan der gemeenten, dier met stedelijke rechten begif-