175
OUD-HOLLANDSCHE KUNST.
A. G-. B. Schaijes zegt in zijn: Histoire de 1’Architecture en Bel
gique, T IV p. 13: „La charte de commune donnée a la ville de Tournai
„par Philippe Auguste en 1187. lui permet, par les articles 39 et 40,
„d’établir un beffroi: Praeterea eisdem hominibus tornacensibus con-
„cessimus ut campanam habeant in civitate in loco idoneo ad pulsandum
„ad voluntatem eorum pro negotius villae.”
Hoewel enkele charters, waarbij stedelijke voor
rechten verleend zijn, uitdrukkelijk het recht om een
gemeente-huis met toren te stichten omschrijven, o. a.
het charter van Compiègne, dat van Doornik en dat
van Dordrecht, zoo was dit toch slechts bij uitzondering
het geval en beschouwde men den bouw van een stede-huis,
meest overal als een stilzwijgend gevolg van het ver
kregen stad-recht, trouwens, men had eene vergader
plaats noodig voor het stedelijk bestuur en voor de
rechtspraak, men had eene klok noodig om ter ver
gadering te kunnen oproepen en eenen toren ter op
hanging dier klok, die, althans daar waar men nog
geene gevangenis of „steen” bezat, mede tot bewaar
plaats diende van misdadigers.
Werd aan eene gemeente wegens opstand of verzet
het stad-recht ontnomen, dan werd zij, öf verplicht
om, gelijk Hesdin, hare klok te verbrijzelen, öf gelijk
in 1227 Cambrai om de klok neer te laten, en den
toren tot op den grond toe aftebreken terwijl Laon bij
de opheffing van haar stad-recht in 1331, gedwongen
werd hare klokken aftestaan aan Philips VI.
In het bezit gekomen harer rechten, waren de steden
in den aanvang het meest bedacht op hare veiligheid,
en om zich tegen overvallen te vrijwaren, door zich
het recht te verzekeren tot omwalling of tot ommuring
en tot het bezit van grachten en poorten. Aan eigen
raadhuizen werd meest eerst later gedachtde overheid