176 OUD-HOLLANDSCHE KUNST. vergaderde meestal in particuliere woningen, 1) of wel in een der stedelijke poort gebouwen, 2) in welks toren dan de stadsklok werd opgehangen. De oudste gemeente- of stede-huizen, wij vinden ze in Noord-ltalië, alwaar tegen het laatst der Xlde en in het begin der Xlfde eeuw de steden reeds onderling wedijverden in de stichting van monumentale raadhuizen, harer Palazzo’s del Comune”, of del Magistrate”, die met hun zware, massive, gesloten en gekanteelde gevels en hun hooge wacht- en klokke-torens, meer het voor komen hebben van een kasteel, bestemd ter verdediging der stedelijke vrijheden, dan van een gebouw, waarin de overheid vergaderde en waarin recht werd gesproken. Ook in Toulouse en op meer plaatsen in het zuiden, werd tot zelfs in de XJIde eeuw het „huis der gemeente” nog bij wijze van burcht gebouwd. Waar onlusten evenwel zeldzaam voorkwamen, daar werd veelal voor of onder het Gemeentehuis eene galerij, of open hal 7 Schaijes, zegt II p. 161: „Les hotels-de-ville n’étaient au Xle et „XIIc siècle que des maisons privées. dans mainte localité le magistral „siégait même a ciel ouvert sous un simple hangar. II en fut ainsi a „Namur, oü jusqu’au 1213 le magistral tenait ses séances en plein air „et obtint alors du chapitre de St. Aubin, l’autorisation de construire „un a^pentis provisoire en bois sur son cellier contigu a la chapelle de M. A. de Caumont. zegt in zijn: Abécédaire d’Archéologie, section Architecture civile, p. 174:,, Les hötels-de-ville furent assez ordinairement „au XlIIe siècle et au XlVe, établis sur les portes de ville. La cloche „du beffroi se trouvait elle-même dans une tour construite a eet effet, „au dessus des voütes du portail. ou dans une des deux tours qni flan- „quaient cette’ entrée. „On voit encore quelques parties de l’hötel-de-ville de Bordeaux, „construite en 1246, faisant corps avec les murs d’enceinte, et formant une espèce de tour. „A Caen, ville depuis le 17 Juni 1203. l’hötel-de-ville et le beffroi „furent installé dans une tour sur le pont St. Pierre et nommé le „Chastelet.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 290