180 OUD-IIOLLAKDSCHE KUNST. „onder den Torn ende Zale voersz.; want in geval „hem yet misquame, hij en sonde dair van geen ver- „liael mogen eyscen van de werkloden voersz. Voerts „waerscouwen die G. L. een yegelijck, nyemant hem en „vervordere yet wech te dragen van ’t Stadt-huys en „Toren voersz. op soe scerpelijken gecorrigeert te werden, „dats hem te zwaer en een ander exempel wesen sal”. Als toen verdween dit zoo eenvoudige, kleine houten raadhuisje; ook de stad Leiden (J) bezat tot in het jaar 1381 nog een houten raadhuis en mede was dit zeer zeker het geval in vele onzer steden, hoezeer wij daarvan geene afbeeldingen of beschrijvingen be zitten, alleen in enkele steden van Duitschland, o. m. te Alsfeld in Oberhessen, te Stolberg (gebouwd in de XVde eeuw) en te Wernigerode in den Harz (gebouwd van 149498) vinden wij thans nog houten raadhuizen, in z. g. n. vakwerk-bouw op een steenen onderbouw. Het ware zeer zeker eene hoogst dankbare taak, de geschiedenis zaam te stellen onzer Nederlandsche raadhuizen, welke in den aanvang klein en eenvoudig als dat van Dordrecht en weinig meer dan een enkel vergader-vertrek met toren (2) van lieverlede evenwel, het (9 Zie Dr. J.P.Blok. Eene Hollandsche stad in de Middeleeuwen, blz. 49. (2) Le local consacré a l’administration communale s’appelait ^parlouer aux bourgeois"une denomination qui exprime parfaitement l’institution dans sa naissance; c’étaient en effet de véritables parloirs, car ils seré- duisaient a une grande piece accompagnée de quetques dépendances oü les citoyens venaient causer de leurs affaires et traiter en même temps celles de la commune. C’est pour un semblable usage que furent élevées ces grandes loges ouvertes, qu’on voit sur les places des principal es villes d’Italie, comme a Florence, a G-ênes, etc. Le premier parloir de Paris était situé prés du Grand-Chatelet; plus- tard transféré vers la place Saint-Michel, la rue des Francs-Bourgeois y doit son nom. En 1347 une grande maison fut achetée sur la place de Gróve, la Maison aux Piliers, paree qu’elle formait au rez de chaussé une halle ouverte supportée, par des piliers isolés. Zie le Magasin Pitto- resque IXie année (1841). Etudes d’Architecture en France, p. 230..

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1895 | | pagina 294